Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenDe voordelen van het 50-plus brein
Hersenfunctie

De voordelen van het 50-plus brein

Dinsdag 31 maart 2020

‘Er vindt ook ontwikkeling plaats in ons brein als we verouderen’

Margriet Sitskoorn

Het idee dat hersenen alleen maar achteruitgaan naarmate we ouder worden, is achterhaald, stelt hoogleraar klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn. ‘Bij veroudering treden allerlei veranderingen op in de hersenen. Daarbij is zeker niet alleen sprake van verlies, maar ook van ontwikkeling!’

image

‘Tot voor kort werd veroudering in de neuropsychologie benaderd vanuit de theorie van verval. Ouder worden stond in het teken van aftakeling van de hersenen en afname van vaardigheden. Terwijl uit recent onderzoek blijkt dat er bij het ouder worden ook positieve veranderingen optreden in hersenen en gedrag.’ Aan het woord is Margriet Sitskoorn (1966). Als hoogleraar klinische neuropsychologie in Tilburg doet zij onderzoek naar de relatie tussen hersenen en gedrag. Als kind al was ze geïnteresseerd in gedrag van mensen. ‘Toen ik ging studeren ontdekte ik de neuropsychologie. Ik zag in: als ik gedrag wil begrijpen en beïnvloeden, moet ik iets weten over de hersenen.’ In 2008 werd ze bekend door haar boek Het maakbare brein, waarin ze aan de hand van recente inzichten uit hersenonderzoek en praktijkvoorbeelden laat zien hoe we door ons gedrag zélf onze hersenen kunnen vormen. En zo beter kunnen functioneren.

Aanpassingsvermogen

Datzelfde idee – dat we invloed hebben op de ontwikkeling van onze hersenen – ligt aan de basis van Sitskoorn’s laatste boek, Het 50+ brein. Om dat te begrijpen moeten we eerst iets weten over neuroplasticiteit. Sitskoorn: ‘Neuroplasticiteit verwijst naar het aanpassingsvermogen van onze hersenen. Ons brein past zich aan – in elke fase van ons leven – aan veranderingen binnen en buiten onszelf. En als we ouder worden verandert er nogal wat: ons uiterlijk, de manier waarop mensen op ons reageren, onze gezinssituatie, sociale contacten, financiële situatie… deze fase van ons leven is heel dynamisch. Door de plasticiteit van de hersenen kunnen we ons gelukkig vaak aanpassen aan al die veranderingen.’ 

Positieve prikkels

En precies dat aanpassingsvermogen, die neuroplasticiteit, maakt dat we zelf invloed hebben op de ontwikkeling van ons brein. Sitskoorn legt uit: ‘Natuurlijk bepalen de hersenen hoe we ons voelen, hoe we ons ontwikkelen, enzovoort. Maar het omgekeerde geldt ook: alles wat we doen, alles waar we ons aan blootstellen bepaalt mede de structuur en de werking van ons brein.’ Betekent dat dan dat we allemaal hetzelfde kunnen bereiken qua hersenontwikkeling? ‘Nee, dat niet’, zegt Sitskoorn. ‘Hoe we zijn, hoe we worden, ligt aan een interactie tussen genen en omgeving. Genen hebben we; daar hebben we geen invloed op. Maar op onze omgeving wel. Die kunnen we tot op zekere hoogte zelf bepalen. We kunnen ons omgeven met dingen die goed zijn voor onze hersenontwikkeling. We kunnen ons zoveel mogelijk blootstellen aan positieve prikkels: dat heeft een positief effect op ons brein.’

Verrijken en verbinden

In haar boek Het 50+ brein geeft Sitskoorn tips waarmee we onze hersenen goed kunnen verzorgen door in te spelen op hun neuroplasticiteit. ‘Verrijk uw omgeving – dat is een belangrijke tip’, zegt Sitskoorn. ‘Daar bedoel ik mee dat we ons moeten blijven blootstellen aan nieuwe ervaringen. Wélke ervaringen dat zijn, maakt niet veel uit: museumbezoek, Arabisch leren, boeken lezen, reizen… Het gaat erom: als we ons blootstellen aan nieuwe interessante dingen, ontwikkelen onze hersenen op een positieve manier. Het gaat het verval van ons brein tegen.’

Sociale contacten

Een andere tip uit het boek luidt: verbind u met anderen. Sitskoorn: ‘Sociale contacten zijn goed voor onze hersenen. Ook die gaan verval tegen en verbeteren de neuroplasticiteit.’ Maar dat juist het aangaan van sociale contacten voor sommige ouderen moeilijk is, onderkent ze ook. ‘Eenzaamheid geeft een ongelooflijk pijnlijke prikkel in de hersenen. Dat is heel nadelig voor ons welzijn. En ik weet dat eenzaamheid soms moeilijk te doorbreken valt. Daarom geef ik in mijn boek ook aanwijzingen wat de overheid en bedrijven kunnen doen.’ Organisaties als KBO-Brabant geven een uitstekend voorbeeld, vindt ze. ‘Initiatieven waarbij ouderen samenkomen, zoals jullie die bij KBO-Brabant organiseren, hebben een geweldig effect op de hersenen. Samen wandelen, fietsen, naar buiten, bridgen, musea bezoeken… dat is goed voor de hersenen dus goed voor de mens.’ In het bijzonder noemt ze het positieve effect op de hersenen van het samenkomen van verschillende generaties. ‘Als ouderen helpen op basisscholen bijvoorbeeld. In dat soort situaties snijdt het mes aan alle kanten. Het is goed voor de ouderen, voor de kinderen, voor de leerkrachten, de school…’ 

Het geheugen

Bij veel mensen leeft het beeld dat we alleen maar achteruitgaan als we ouder worden. En natuurlijk is er óók verval, zegt Sitskoorn: ‘Onze motorische en zintuiglijke vaardigheden gaan achteruit, we kunnen onze aandacht minder goed verdelen over verschillende dingen tegelijk, informatie verwerken we minder snel. En ons kortetermijngeheugen en brongeheugen – waarmee we onthouden waar we informatie vandaan hebben – worden er niet beter op als we ouder worden.’ Maar bij dat laatste – het geheugen – wil ze een kanttekening plaatsen. ‘Bepaalde delen van het geheugen van het ouder wordende brein werken beter dan die van jongeren. Het semantische geheugen bijvoorbeeld: ouderen kennen vaak meer woorden dan jongeren. En ook het langetermijngeheugen blijft goed als we ouder worden.’

Doelen in het leven

Hoe komt het dan dat we over het algemeen denken dat ons gehele geheugen in de loop der jaren achteruitgaat? Volgens Sitskoorn ligt dat aan de manier waarop veel onderzoeken worden aangepakt: vaak in het nadeel van ouderen. ‘Meestal is geheugenonderzoek gericht op het kortetermijngeheugen. En – belangrijker nog – veelal wordt er getest op zinloze informatie. Dan moeten proefpersonen bijvoorbeeld een reeks willekeurige woorden onthouden die vrij zinloos zijn en niet verbonden aan doelen in het leven. Maar het geheugen van ouderen is júist gericht op doelen die ze hebben. Informatie moet zinvol zijn, willen ze die onthouden. Bij jongeren is dat anders: voor hen is het nog niet duidelijk wat zinloos en zinvol is, en dus is het nog nuttig om alle informatie op te slaan.’ 

Wijsheid en stabiliteit

Maar naast achteruitgang vindt er ook ontwikkeling plaats in ons brein als we verouderen, benadrukt Sitskoorn. ‘De betekenis van verouderen is: veranderen door de tijd heen. Dat is een omschrijving zonder negatieve connotatie. En zo is het ook: we veranderen ons leven lang en sommige veranderingen houden verval in, andere juist winst. Ouderdom is een speciale fase in ons leven, met speciale hersenen: het geronbrein.’ 

Emotieregulatie

Wat zijn voorbeelden van positieve ontwikkelingen die het geronbrein laat zien? Sitskoorn: ‘Ik noemde net al de gerichtheid van het ouder wordende brein op zinvolheid. Dat zorgt ervoor dat we nieuwe informatie beter kunnen integreren met kennis die we al hebben. Daarnaast raken onze hersenen meer gericht op ons welzijn als we ouder worden. We reageren sterker op positieve informatie dan als we jong zijn. Dat kan je zien in hersenscans. Die maken duidelijk dat emotieregulatie anders gaat werken als we verouderen. De amandelkern, die sterk geprikkeld wordt bij negatieve informatie, wordt harder geprikkeld bij jongeren dan bij ouderen. Dat betekent ook dat we minder snel in paniek raken en beter kunnen relativeren als we ouder worden. En we worden beter in het oplossen van interpersoonlijke problemen. We kiezen betere strategieën om daarmee om te gaan. Dat komt door veranderingen in onze hersenen.’

Respect en wijsheid

Al die voordelen… waar komt dan die negatieve benadering van ouder worden vandaan? Sitskoorn: ‘Tja, dat weet ik niet precies. Die heeft historisch gezien ook niet altijd bestaan. Vroeger werd met respect gesproken over ouderen, over hun wijsheid. Op meerdere fronten is er tegenwoordig meer aandacht voor jong, strak en snel. Ik zou de verheerlijking daarvan heel graag willen nuanceren. Want ouder worden bestempelen als louter verval, is echt onjuist.’ Ze verwijst naar haar moeder van 83, een nog zeer vitale dame die midden in het leven staat en aan wie ze overigens ook haar laatste boek heeft opgedragen. ‘Mijn moeder is enorm nodig. Voor haar buurt, haar gezin. Ze heeft zoveel kennis. Als wij bijvoorbeeld door Tilburg rijden, kan ze alles over de stad vertellen. Ze weet waarom wijken en gebouwen eruitzien zoals ze eruitzien, ze weet hoe de stad er tijdens en na de oorlog uitzag.’ Ouderen hebben een enorm belangrijke rol, vindt Sitskoorn. ‘Alleen is de erkenning ervoor minder groot geworden. Dat vind ik jammer, want niet alleen mijn moeder, maar alle ouderen… ze kunnen zoveel bijdragen op zoveel terreinen. Ze hebben kennis die jongeren niet hebben, voeden mede hun kleinkinderen op, doen vrijwilligerswerk, fungeren als vraagbaak en inspiratie voor andere generaties, enzovoort…’

Bijzonder mens

Sitskoorns boek begint met een kleine test. Denk eens aan een ouder wordend iemand, wat ziet u? ‘De meeste mensen denken dan meteen aan rimpels, kaalheid, een kromme houding, grijs haar, een stok,’ vertelt ze, ‘maar in de realiteit zien ouderen er toch heel anders uit? Dit soort stereotyperingen zijn negatief. Ze kosten de maatschappij geld: ze zorgen ervoor dat we veel te weinig gebruikmaken van de kwaliteiten van ouderen.’ Ze vindt dan ook dat de samenleving zichzelf tekortdoet door te weinig erkenning te hebben voor de grote toegevoegde waarde van ouderen. ‘Er wordt gesproken over een grijze splitsing: een scherpe grens tussen ouderen en andere groepen mensen, die betrekking heeft op vaardigheden, mogelijkheden en meedoen. Tegelijkertijd hebben we het veel over diversiteit. Maar diversiteit gaat niet alleen over sekse of culturele achtergrond. Het gaat ook over generaties, over leeftijden! Ouderen kunnen een specifieke, unieke toegevoegde waarde bieden. Als we die beter benutten, kunnen we niet alleen economische en sociale kosten verlagen, maar kunnen we ook het welzijn en de gezondheid van velen – jong en oud – verbeteren.’ 

Gave

Haar boek sluit ze af met een mooie, beloftevolle passage: ‘Dit alles herinnert me aan iets wat ik u al eerder wilde vertellen. U bent een bijzonder mens. U bent namelijk de homo prospectus: u hebt het vermogen om door voorstelling de toekomst te zien. Een toekomst waarin we vitaal verouderen met behulp van een gezonde levensstijl, respect voor elkaar en inzet voor onszelf en anderen. Dit is een prachtig iets. En weet u wat helemaal mooi is, u kunt die toekomst niet alleen zien, u kunt haar ook bewerkstelligen. Gebruik die gave!’ 

Margriet Sitskoorn is hoogleraar klinische neuropsychologie aan Tilburg University. Naast haar wetenschappelijke werk publiceert zij in verschillende bladen, is ze een graag geziene gast bij tv-programma’s en een veelgevraagd (internationaal) spreker. Ze bracht het boek Het 50+ brein uit, waarin ze niet alleen de meest recente wetenschappelijk kennis over het ouder wordende brein heel toegankelijk weergeeft, maar ook een programma beschrijft om vitaal ouder worden te bevorderen. Met tips die eenvoudig toe te passen zijn in privé- en werksituaties. Eerder verschenen van haar hand onder meer de boeken: Het maakbare breinLang leven de hersenenen HersenHack.

Het 50+ brein, Ouder wordende hersenen in de moderne maatschappij, Margriet Sitskoorn, Prometheus, Prijs: € 15,-, ISBN 9789044642520, verkrijgbaar via onder meer www.bol.com