Ga door naar hoofdcontent
Artikelen‘Het glas is altijd halfvol’
Topvrouw van het jaar

‘Het glas is altijd halfvol’

Zondag 1 november 2020

‘Als gezin kunnen we met alles bij elkaar terecht’

Rianne Letschert

Hij was vóór zijn pensionering vanuit zijn functie bij de provincie Noord-Brabant zeer betrokken bij KBO-Brabant, zij is rector magnificus van Maastricht University en Topvrouw van het jaar 2019-2020. Vader Frits en dochter Rianne Letschert over sociale betrokkenheid, relativeringsvermogen en onbevangen afstappen op nieuwe ervaringen…

image

Frits Letschert (71) was van 2002 tot 2014 coördinator van de ondersteuningsinstellingen bij de Provincie Noord-Brabant. In die functie had hij veel contact met KBO-Brabant. ‘Een van mijn taken was bekijken op welke manier we als Provincie konden bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van KBO, bijvoorbeeld in de vorm van jaarlijkse subsidies of op het gebied van afzonderlijke projecten. Ik had dus veelvuldig overleg met bestuur, directie en beleidsmedewerkers. Bijzonder vond ik de structuur van KBO-Brabant: de combinatie van een koepelorganisatie en lokale Afdelingen. KBO-Brabant zit in alle dorpen en kernen – tot in de haarvaten van de provincie. Tegelijk maakte een centraal bureau in ’s-Hertogenbosch het voor de Provincie overzichtelijk: we wisten elkaar te vinden en konden goed samenwerken.’

Onbevangen

Frits’ dochter Rianne (44) is landelijk bekend. Ze is niet alleen de jongste rector magnificus van Nederland, maar ook uitgeroepen tot Topvrouw van het jaar 2019-2020. Frits: ‘Toen Rianne me vijf jaar geleden belde om te vertellen dat ze was uitgenodigd te solliciteren naar de functie van rector magnificus in Maastricht, was ik wel even stil. Vrij snel daarna had ik zoiets van: spring er maar in en kijk maar wat het wordt’, vertelt hij. ‘Rianne heeft die houding ook: ik ga erop af en als het niet gaat zoals ik hoop, heb ik toch een nieuwe ervaring opgedaan.’ Rianne knikt: ‘De baan van rector magnificus kwam onverwacht voorbij. Ik had geen idee wat de functie precies zou inhouden. Achteraf is het goed dat ik niet alles heb geweten. Dan was ik misschien wel zenuwachtig geworden; geïmponeerd door de verantwoordelijkheden of het effect van de baan op mijn privéleven. Dan had ik misschien gedacht: zoiets wil ik later in mijn leven wel, maar nu nog niet. Ik ben benoemd op mijn 39e, terwijl de meeste rectoren tussen de 57 en 63 zijn. Zij zitten in een heel andere levensfase, ook qua verantwoordelijkheden thuis: de kinderen. Maar ik ben er vrij onbevangen in gestapt. Ik wilde die kans aangrijpen en dat heeft goed uitgepakt!’ 

Geen elf keepers

Rianne heeft bepaald geen negen-tot-vijfbaan. Ze werkt vaak ’s avonds en in het weekend. ‘Dat harde werken heb ik van papa, denk ik. En zolang het niet als werk voelt, is het helemaal niet erg om op zondag m’n laptop open te klappen.’ Ze doet haar werk echt met veel plezier. ‘Als rector ben ik verantwoordelijk voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek van Maastricht University: rond de 20 bachelorprogramma’s, 50 masterprogramma’s en zo’n 20.000 studenten verdeeld over 6 faculteiten. Daarnaast heb ik een strategische taak: ik moet ervoor zorgen dat we innoveren op inhoudelijk en didactisch gebied. En dat we zowel landelijk als internationaal goed gepositioneerd zijn als universiteit. De helft van ons budget is overheidsgeld, de andere helft moeten we verdienen, bijvoorbeeld met beurzen en subsidies. Dat kan alleen als je als universiteit aantrekkelijk bent voor topwetenschappers en je je specialiseert in bepaalde thema’s.’ Rianne heeft ook een missie die niet per se vastzit aan het rectorschap maar waar zij zich vanuit haar eigen inzicht hard voor maakt. ‘Van oudsher focust de academische wereld vooral op onderzoek, en minder op onderwijs en leiderschap. Daardoor kunnen mensen die écht goed zijn op het gebied van onderwijs of leiderschap minder carrière maken. Ik vind dat een ouderwets idee. Vergelijk het met een voetbalteam: je hebt niks aan elf keepers; je moet alles in huis hebben. Ook als academische instelling. Je moet je afvragen: wat heb ik nodig in het geheel aan taken dat ik moet vervullen? Daar moet je beleid op maken. Het gaat erom dat we óók andere mensen in de schijnwerpers gaan zetten dan we gewend zijn.’

Enorm voorrecht

Frits vult aan: ‘Dat is kenmerkend voor Rianne. Zij wil bijdragen aan het gelijktrekken van posities. Niet alleen door in de academische wereld aandacht en waardering te vragen voor onderwijs en leiderschap, maar ook voor de positie van vrouwen en minderheden. Ze houdt niet van ongelijkheid. Mijn vrouw en ik zijn eens op een open dag van de universiteit in Maastricht geweest. Zo’n dag kan fungeren als feestje voor de universitaire elite, maar Rianne bood een podium aan allerlei mensen. Zo deed ook een Syrische student zijn verhaal en dat had enorm veel impact. Zo’n uitnodiging kan je aanreiken, je kan het ook niet doen – daar maalt geen mens om. Rianne reikt dat aan, dat vind ik mooi!’ ‘Maar dat komt door papa’, lacht Rianne. ‘Voordat hij bij de Provincie ging werken, werkte hij in het categoriaal welzijnswerk met minderheden.’ Frits vult aan: ‘Ik werd vaak uitgenodigd bij allerlei culturele evenementen en Rianne ging dan graag met me mee. Ze wilde nieuwe werelden en culturen ervaren.’ Rianne: ‘Daardoor heb ik me al jong gerealiseerd dat het een enorm voorrecht is dat mijn wieg hier in Nederland stond en dat ik van mijn ouders alle kansen heb gekregen.’ 

Afrikaans concept

Op de vraag of Rianne hem weleens om advies vraagt, antwoordt Frits: ‘Advies is een groot woord. Ik noem het liever sparren. Onze band is sterk en we kunnen overal over praten: over werk, over privésituaties, over het leven.’ ‘Dat klopt’, zegt Rianne, ‘ons contact is heel fijn en gelijkwaardig. Met mama heb ik dat ook. Als gezin kunnen we avonden lang praten. We zijn heel open en kunnen bij elkaar terecht met alles.’ Rianne benadrukt dat ze zonder hulp van haar ouders niet had kunnen doen wat ze nu doet. ‘Mijn moeder is gestopt met werken toen ik kinderen kreeg. Wij wonen in hetzelfde dorp en mijn kinderen – nu 13 en 9 – komen al vanaf hun geboorte veel bij oma en opa. We doen het een beetje volgens het Afrikaanse concept; daar zorgen grootouders veel meer voor hun kleinkinderen dan in het westen. Door mijn ouders kunnen mijn kinderen hun gewone ritme voortzetten. Ze hebben een stabiele, rustige omgeving en zijn altijd bij mensen die van ze houden… dat is belangrijk voor mij.’

Extra zetje

Rianne spreekt met bewondering over de manier waarop haar ouders in het leven staan. ‘Mijn vader heeft een aantal jaren geleden een herseninfarct gehad. Sindsdien kan hij nog maar één hand gebruiken en hij loopt minder makkelijk. Dat heeft veel gevolgen gehad voor hem en mijn moeder. Ze zijn veel minder mobiel geworden, hebben een andere invulling moeten geven aan hun leven. Maar ze klagen nooit. Hun credo is: het is zoals het is. Ik vind het knap hoe zij samen een nieuwe weg hebben gevonden. Ze zijn zo positief: bij hen is het glas altijd halfvol.’ Rianne vertelt hoe belangrijk ook vrienden zijn in het leven van haar ouders. ‘Vóór zijn herseninfarct tenniste mijn vader altijd veel. Na het infarct stonden zijn maten alweer snel aan de deur: “Kom, we gaan tennissen”. Maar mijn vader wilde ze niet tot last zijn en vond dat ze niks meer aan hem hadden. Maar zijn vrienden zeiden: “Hou op, je gaat mee.” Ik vond het mooi om te zien dat zij een stapje extra zetten voor mijn vader. Daar wil ik – zeker in deze moeilijke periode – een voorbeeld aan nemen. Iedereen wil meedoen, en sommigen hebben een extra zetje nodig. Laten we elkaar dat geven.’ 

Frits Letschert (1948) was enkele jaren namens de provincie Noord-Brabant contactpersoon voor KBO-Brabant. Zijn agogische opleiding, talenkennis en brede belangstelling voor andere culturen kwamen van pas in beleids- en directiefuncties bij landelijke en provinciale welzijnsinstellingen voor mensen met een migratieachtergrond in Gelderland, Utrecht en Noord-Brabant/Limburg. Decennialang vervulde hij deze functies. Inmiddels is hij met pensioen. Als voorzitter van het Subsidiefonds Kruisvereniging Helmond blijft hij betrokken bij de sector zorg en welzijn.

Rianne Letschert (1976) is sinds september 2016 rector magnificus van de universiteit Maastricht. Daarnaast is ze hoogleraar victimologie en internationaal recht. Ze is lid van de Raad van Toezicht van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, het Fonds Slachtofferhulp en het Bonnefanten Museum in Maastricht. Daarnaast is ze lid van het Adviescollege Levenslanggestraften. Sinds januari 2020 is ze voorzitter van het begeleidingscollege van het Sociaal Cultureel Planbureau. In 2019 werd ze uitgeroepen tot topvrouw van het jaar. Rianne heeft twee kinderen en woont in Helmond.