Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenVeilig op de fiets
veilig fietsen

Veilig op de fiets

Zondag 1 november 2020

‘Weten wat de risico’s zijn, is belangrijk’

Steeds meer ouderen stappen regelmatig op de fiets, zeker sinds de elektrische fiets als ‘e-bike’ een comfortabel en hip voertuig is geworden. Goed voor de gezondheid en goed voor de sociale contacten, maar fietsende ouderen zijn ook kwetsbaar. Ze raken relatief vaak gewond in het verkeer. De provincie Noord-Brabant wil beter zicht krijgen op wat er misgaat én hoe dat voorkomen kan worden.

image

In de cijfers over fietsongelukken in Noord-Brabant springen twee groepen eruit: jongeren en ouderen hebben relatief vaak een fietsongeluk. Bovendien gebeuren er in Noord-Brabant in verhouding veel fietsongelukken. Alle reden dus voor het provinciebestuur om aan de slag te gaan met fietsveiligheid. In het Brabants Verkeersveiligheidsplan 2020-2024, dat rond de afgelopen jaarwisseling werd getekend door onder meer het rijk, de provincie, gemeenten en politie, neemt de veiligheid van fietsers daarom een belangrijke plaats in, vertelt Marvin Brust. Hij is projectleider verkeersveiligheid bij de provincie. Noord-Brabant neemt bovendien sinds afgelopen zomer deel aan het landelijke project ‘Doortrappen’, dat specifiek gericht is op de veiligheid van fietsende senioren.

Aan de slag

Hoe komt het dat fietsende senioren in Brabant er in landelijk verband negatief uitspringen? Stappen Brabantse ouderen vaker op de fiets, zijn de Brabantse fietspaden smaller dan elders? ‘We weten het niet precies’, zegt Brust. ‘Was er maar één duidelijke oorzaak aan te wijzen, dan konden we daar meteen iets aan doen. De ongeval-gegevens die we tot nu toe hebben, komen uit allerlei bronnen, bijvoorbeeld van politie en ziekenhuizen. Uit deze gegevens kunnen we helaas nog niet altijd genoeg informatie halen. Als iemand bijvoorbeeld als gevolg van een fietsongeval op de spoedeisende hulp belandt, wordt de precieze toedracht van een ongeval niet altijd volledig geregistreerd. Soms zijn mensen afgeleid, soms vallen ze vanuit stilstand plotseling om, soms is er een ander voertuig bij betrokken. We proberen de komende jaren meer gegevens te krijgen en daarmee ook inzicht in wat de belangrijkste oorzaken zijn van fietsongevallen. Uiteraard gaan we niet nog een paar jaar wachten tot we die preciezere gegevens hebben, want de tendens is duidelijk: er zijn steeds meer ouderen betrokken bij fietsongevallen. Daarom gaan we nu aan de slag met fietsveiligheid.’ Naast verkeersveiligheidsrisico’s heeft fietsen ook veel voordelen voor ouderen, zegt Brust. ‘Fietsen is goed voor de gezondheid, de zelfstandigheid, de sociale contacten, het milieu. De komst van de e-bike heeft wat dat betreft enorme voordelen: mensen komen er veel verder mee en kunnen langer blijven fietsen. Ja, dat heeft wel risico’s. Maar alleen maar thuis op de bank blijven zitten is ook geen goed idee. Het gaat dus uiteindelijk om het hele plaatje van voor- en nadelen.’

Vloeiende bochten

In het Brabants Verkeersveiligheidsplan kijkt de provincie voor de fietsveiligheid naar drie thema’s, vertelt Brust. ‘Ten eerste de infrastructuur: zijn de fietspaden breed genoeg en goed ingericht: zijn de bochten bijvoorbeeld vloeiend genoeg voor mensen die vlot rijden? We hebben daarover natuurlijk allerlei gegevens in onze eigen systemen, maar we laten de Fietsersbond en zijn vrijwilligers ook een onderzoek uitvoeren om te beoordelen hoe goed de fietsinfrastructuur is. Zij beoordelen zeventien kenmerken van de beleving en de verkeersveiligheid van fietspaden. Op basis van onder andere dit onderzoek stellen we samen met gemeenten vast wat de “aandachtsfietspaden” zijn: de fietspaden die we de komende jaren met het oog op bepaalde veiligheidsrisico’s willen aanpakken. Ten tweede richten we ons in het verkeersveiligheidsplan op bewustwording en gedragsverandering van de gebruiker: gaan mensen niet met een smartphone op de fiets zitten, nemen ze een omweg om een druk kruispunt heen als ze van zichzelf weten dat ze niet meer zo goed kunnen afstappen of omkijken? Ten derde kijken we naar de voertuigen zelf: met name e-bikes zijn zo comfortabel geworden, dat mensen vaak niet merken hoe snel ze erop rijden. Terwijl harder rijden natuurlijk kan betekenen: harder vallen. Aan de e-bike zien we dat er technisch van alles mogelijk is, maar dat het imago veel uitmaakt. Sinds de elektrische fiets e-bike heet en zelfs onder de jeugd razend populair is, vindt niemand het meer vervelend om op een elektrische fiets te rijden. Voor een driewielfiets, die voor sommige mensen een prachtige, veilig oplossing zou kunnen zijn, geldt dat helaas nog niet.’

Wat is veilig voor mij?

Op het punt van bewustwording en gedragsverandering zoekt de provincie met het landelijke programma ‘Doortrappen’ de samenwerking met onder meer gemeenten en ouderenverenigingen. Er is op dit moment nog geen provinciale campagne voor de fietsveiligheid van ouderen, maar op gemeentelijk niveau is wel van alles mogelijk, zegt Brust. ‘We informeren de gemeenten over het landelijke programma ‘Doortrappen’, dat mooi aansluit bij ons provinciale verkeersveiligheidsplan. We begeleiden gemeenten die aan het programma willen meedoen. Ze kunnen bijvoorbeeld samen met ouderenverenigingen bijeenkomsten over fietsveiligheid organiseren. Iedere oudere zou zich in de eigen situatie en met de eigen mogelijkheden moeten afvragen: wat is in mijn geval het veiligst, wat zijn mijn specifieke risico’s en hoe kan ik daarmee omgaan? Voor de een is een achteruitkijkspiegel een oplossing, voor een ander wellicht het mijden van een druk kruispunt.’ Bij fietsveiligheid is ook extra aandacht voor de e-bike, vertelt Brust. ‘Ouderen gebruiken relatief vaak een e-bike en we zien dat er meer ongelukken met e-bikes gebeuren. Het is natuurlijk moeilijk te zeggen of die ongelukken níet hadden plaatsgevonden met een traditionele fiets, maar de relatie tussen harder rijden en ernstiger letsel is wel duidelijk. Juist omdat we vanwege alle voordelen graag willen dat iedereen zo lang mogelijk kan blijven fietsen, is het belangrijk dat iedere fietser weet wat de risico’s zijn en hoe daarmee om te gaan.’