Ga door naar hoofdcontent
Artikelen‘De Brabantse blijheid zit ook in mij’
cor versteeg

‘De Brabantse blijheid zit ook in mij’

Dinsdag 1 december 2020

‘Ik heb nog steeds ’t hart in m’n donder’

Cor Versteeg

In april 2020 is hij 90 jaar geworden, maar blasé is hij nog lang niet. Nog elke dag verwondert Cor Versteeg zich over het leven. Zijn eigen leven kenmerkt zich door eenvoud, zegt hij. Maar ook door vreugde, hoop en dankbaarheid. ‘De blijheid die de Brabanders wordt toegeschreven, zit ook in mij. En die deel ik zo graag.’

image

U bent illustrator, liedjesschrijver, zanger: een veelzijdig en creatief mens. Wat is voor u de rode draad in uw leven? 

‘Ik zeg vaak tegen mensen: “Ik ben oud en woon al 23 jaar alleen in het huis waar ik mijn gezin met vier kinderen heb grootgebracht, maar ik ben niet eenzaam.” Ik voel me bevoorrecht. Ik voel blijdschap, warmte en liefde. Dat is mijn rijkdom. De liefde staat centraal. In wezen is mijn leven heel eenvoudig, maar ik voel ontzettend veel levensvreugde.’ 

Begin dit jaar is er een boek over u verschenen: Cor Versteeg – ’t hart in z’n donder. Hoe hangt dat samen met deze rode draad? 

‘Met mijn negentigste verjaardag in het vooruitzicht kwam Margot van de Plas op mijn pad. Zij vertelde me dat ze een boek had geschreven over haar vader, Wim van de Plas, een man die ik goed gekend heb en die ik bewonderde als groot kunstenaar. Zo opperde ik bij Margot een idee: ik zou ook wel een boek willen. Dat is altijd een wens van me geweest, een boek over mijn leven. Een boek waarin ik kan laten zien dat er meer is dan de ellende om ons heen. Mensen hebben tegenwoordig weinig aandacht voor het tijdloze na de dood. Het tijdloze waarin we voortleven en waarin geen vergankelijkheid meer bestaat. Waar alleen maar de rijkdom van de liefde bestaat. Ik gun iedereen meer aandacht voor dat aspect van het leven…’

Hoe krijgt dat vorm in uw boek?

‘Mijn geloof in de liefde, het leven en het hiernamaals maak ik duidelijk met allerlei voorbeelden: liedjesteksten, QR-codes waarmee lezers mijn liedjes kunnen beluisteren, verhalen over gebeurtenissen… Margot heeft alles prachtig aan elkaar geregen.’

Kunt u een voorbeeld geven van zo’n gebeurtenis? 

‘Toen mijn oudste zoon Jeroen 35 was, is hij plotseling overleden aan een hartstilstand… Mijn vrouw en ik waren verschrikkelijk terneergeslagen. Toen we overmand door verdriet bij zijn kist zaten, fladderde daar een vlinder omheen. Wij hadden direct het gevoel dat dat een betekenis had, en helemaal toen we merkten dat vlinders op meerdere momenten tevoorschijn kwamen. Mijn tweede zoon Marc, koordirigent van beroep, had op de dag van Jeroens overlijden een concert in Utrecht. Hij kwam bij ons en vroeg: “Pa en ma, wat moet ik doen? Moet ik het concert afzeggen?” En wij zeiden: “Nee Marc, zeg het niet af, maar draag het op aan Jeroen.” Dat heeft hij gedaan. En hij kwam zo blij bij ons terug. Hij vertelde: “Wat mij is overkomen… na afloop van het concert kwamen mensen met betraande ogen bij me. Ze zeiden: ‘Marc, jij hebt het niet gezien, maar toen je het laatste nummer dirigeerde, fladderde er almaar een vlinder om je heen.’” Voor mij was dat een bevestiging: Jeroen leeft voort, hij is nog bij ons. Dat bood me enorm veel troost. En nog steeds: nog altijd put ik daar hoop en blijdschap uit.’

Speelt die gedachte ook een rol in uw muziek? 

‘Zeker. Over deze specifieke gebeurtenis heb ik een aantal liedjes geschreven, onder meer Vlinderlicht. Dat gaat zo: Hallaleja, hallaleluja. Ik ben jouw licht, jouw duizend kleuren. Ik ben jouw oog, jouw stralend gezicht. Ik ben jouw geest, jouw onbewuste. Ik ben de vlinder in jouw morgenlicht. Dat liedje geeft de rijkdom weer die ik ervaar, ondanks een enorm groot verlies. Ik geloof er heilig in dat we voortleven na de dood. En gebeurtenissen als met die vlinder bieden me een vorm van troost die mijn hele leven met me meegaat. Ze stemmen me positief. Die positiviteit voel ik ook nu, tijdens deze coronacrisis. In de geschiedenis van de hele mensheid zijn er enorme ups en downs geweest op het gebied van gezondheid, oorlog, weet ik wat meer… Dit is niet nieuw. Maar alles evolueert voor mijn gevoel naar “een steeds beter”, naar “een steeds wijzer”. Ik geloof in een groei van liefde. Alles gaat voorbij en het eeuwige leven geldt voor iedereen.’ 

U bent nu 90. Hoe brengt u uw dagen door? 

‘Mijn dagen zijn wat rustiger geworden. Ik zing nog steeds, maar niet meer in het openbaar. Gewoon thuis of tijdens mijn dagelijkse wandeling. Elke dag ga ik wandelen in het werkelijk magische natuurgebied Het Bossche Broek. Daar loop ik, daar mediteer ik, daar zing ik mijn liedjes. Dan voel ik een kinderlijk enthousiasme. Met mooi weer draag ik mijn strooien hoedje met bloemetjes erop en met een vlinder in het midden. Ja, weer die vlinder… die prachtige metafoor voor het leven en het hiernamaals. Ik merk dat mensen het leuk vinden om me daar te ontmoeten en met me te praten. Wat ik te zeggen heb is eenvoudig, maar het zijn altijd blijde dingen. Ik breng als het ware de blijde boodschap – misschien trekt dat de mensen aan.’

Oorspronkelijk komt u uit Utrecht, op uw dertigste bent u naar Den Bosch verhuisd. Voelt u zich thuis in Brabant? 

‘Helemaal. De vrolijkheid, de luchtigheid, het Brabantse land met de zachte g… dat alles past naadloos bij mijn aard. Ik kom hier helemaal tot mijn recht. De blijheid die de Brabanders wordt toegeschreven, zit ook in mij. En die deel ik zo graag. Toen wij ons eenmaal in Den Bosch gevestigd hadden, hoorde ik van de jaarlijkse Oeteldonkse carnavalsliedjeswedstrijd. Ik heb meegedaan, en ik won nog ook – met het liedje waarvan de titel van Margots boek is afgeleid: Ik heb ’t hart nog in mun donder. Dat liedje sloeg in als een bom. En nog steeds hoor ik weleens dat het een van de liefste liedjes is die gemaakt zijn voor carnaval. Daar ben ik apetrots op. Het liedje past helemaal bij mijn levensvisie dat liefde het antwoord is op alles. Ik heb ‘t hart nog in mun donder, ik heb ’n lach veur elke traon. Ik zie ’t leven als een wonder, ik kan de hele wereld op mun eentje aon. Ik heb mun liefde om te geven, ik heb mun kop om op te staon. Ik heb mun zin om blij te leven, ik kan de hele wereld aon…

Cor Versteeg (1930) was in zijn werkzame leven reclameontwerper en cartoonist. Daarnaast is hij tekstdichter, troubadour, filosoof, mysticus, idealist en Bourgondiër. In 1976 kreeg hij door een optreden bij Willem Duys’ Voor de vuist weg nationale bekendheid met het lied dat hij schreef voor zijn vocalistengroep Passe-Partout: De doodgewoonste dingen. In 2020 verscheen zijn levensverhaal in het boek: Cor Versteeg – ‘t hart in z’n donder van Margot van de Plas.