C-support: nazorg voor COVID-19-patiënten

Sinds 1 oktober 2020 kunnen COVID-19-patiënten terecht bij C-support. De stichting adviseert en ondersteunt mensen die te maken hebben met de gevolgen van ziekte na besmetting met het coronavirus. Directeur-bestuurder Annemieke de Groot: ‘Veel patiënten blijken meer nodig te hebben dan alleen medische nazorg.’

‘We zien dat veel COVID-19-patiënten maanden nadat ze ziek werden, met allerlei vragen zitten. Dit kan op het gebied van hun gezondheid zijn, maar ook op psychosociaal vlak of op het gebied van werk en inkomen.’ Aan het woord is Annemieke de Groot, directeur-bestuurder van C-support. Deze stichting wordt gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en is ontstaan uit Q-support dat sinds 2013 bestaat. Q-support biedt tijdelijke ondersteuning aan mensen die te maken hebben met de gevolgen van Q-koorts, een andere infectieziekte. ‘Zowel Q-support als C-support biedt nazorg aan patiënten die te maken hebben met de gevolgen van een nieuwe infectieziekte’, legt De Groot uit. ‘Beide stichtingen kunnen patiënten helpen in een traject dat zijn werking heeft bewezen bij Q-support.’

De geschoolde professionals van C-support bieden informatie over en ondersteuning op gebieden waarop COVID-19 ingrijpt op het leven van een patiënt. Bovendien zijn de medewerkers van C-support op de hoogte van de meest recente wetenschappelijke onderzoeken over de infectieziekte. ‘Zo bieden we patiënten de meest passende hulp’, vertelt De Groot. ‘Elke vraag is anders. Daarom begint onze hulp altijd met een intake. Onze nazorgadviseurs gaan in gesprek met de patiënten die zich melden. Ze zorgen dat ze zo goed mogelijk zicht krijgen op de specifieke behoefte van de patiënt.’ 

C-support werkt altijd nauw samen met de huisarts van de patiënt en andere behandelaars en betrokken instanties, bijvoorbeeld de gemeente. ‘We kijken dus zo breed mogelijk naar het probleem’, vervolgt De Groot. ‘Zo horen we bijvoorbeeld van vooral jongere patiënten dat ze vastlopen op het werk omdat ze maanden later nog steeds allerlei klachten hebben. Dat zorgt voor onzekerheid en daardoor is de psychosociale nood hoog. Wij gaan samen met de patiënt op zoek naar de juiste ondersteuning. Zo bieden we altijd maatwerk.’

Behalve over jongere patiënten maakt De Groot zich zeker ook zorgen over oudere COVID-19-patiënten. ‘Zeker als mensen niet opgenomen zijn geweest in het ziekenhuis, kunnen ze met veel vragen en onzekerheden blijven zitten. Of we zien dat mensen angst blijken te hebben voor een nieuwe besmetting. Dat kan zelfs tot een sociaal isolement leiden. Bovendien kan het voor ouderen extra lastig zijn om de weg te vinden in het zorgaanbod. Wat het ingewikkeld maakt, is dat ook veel zorgprofessionals nog onvoldoende kennis hebben over COVID-19. Dat is logisch, want het is een nieuwe en dus onbekende ziekte; de gevolgen op langere termijn zijn nog onduidelijk. Maar ook al bieden we bij C-support zelf geen medische behandeling, onze nazorg- en medisch adviseurs kunnen patiënten helpen de juiste zorg te vinden. Zo verbinden we zorgaanbieders zoveel mogelijk aan elkaar. Bijvoorbeeld als blijkt dat een patiënt tijdens zijn revalidatie onvoldoende gebaat is bij alleen fysiotherapie en ook ergotherapie nodig heeft, kunnen wij helpen dat te regelen.’