Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenTekstdichter Ivo de Wijs heeft nog altijd inspiratie
Ivo de Wijs

Tekstdichter Ivo de Wijs heeft nog altijd inspiratie

Maandag 26 april 2021

‘Voor altijd verkering en nooit meer de wekker’

Ivo de Wijs

Sinds zijn achttiende woont tekstdichter en presentator Ivo de Wijs (75) in Amsterdam. Maar hij groeide op in Tilburg. Daar ontwikkelde hij zijn liefde voor schrijven én leerde hij zich te manifesteren. Nog minstens eens per jaar reist hij uit nostalgische overwegingen af naar zijn geboortestad. ‘Ik heb mijn zachte G niet verloochend!’

image

Thomas Alva Edison, Was een man die alles kon, Zo begon hij op een keertje, Na het eten aan een peertje… Zo’n 35 jaar al, zit dit gedichtje in mijn hoofd. Tekstdichter Ivo de Wijs droeg het voor toen hij samen met collega Hans Dorrestijn optrad op mijn middelbare school. Als ik het hem bij binnenkomst vertel, lacht hij breed. En eigenlijk gaat die lach gedurende het hele gesprek niet van zijn gezicht. ‘Weet je hoe zo’n gedichtje heet? Een clerihew’, zegt hij. ‘De eerste regel is een naam en de vierde regel eindigt met een element; iets wat nauw verbonden is met de naam uit de eerste regel. Dit is een van de leukere gedichtjes in dit genre want lang niet alle namen laten zich in zo’n ritme wringen. Het is altijd AABB, hoor je…?!’ 

Tekstdichter

Ivo de Wijs noemt zichzelf tekstdichter en presentator. Hij schreef duizenden teksten voor liedjes en zo mogelijk nog meer gedichtjes en verzen. Tientallen cabaretiers en zangers braken door met zijn teksten, zonder dat veel mensen wisten dat hij de schrijver was. ‘Ja, dat is mijn “levensknak”’, zegt hij. ‘Als je alleen moet bestaan van teksten schrijven, dan raak je aan de drank. Want het feit dat je geen enkele erkenning krijgt; dat moet je verzuipen.’

Aan een boom groeien

Dus tekstdichter De Wijs dacht altijd: naast schrijven moet ik me manifesteren. ‘Daarom heb ik me ook op radio, televisie en in het theater gepresenteerd. Mensen hebben dus enig beeld kunnen krijgen van wie ik ben. Ja, nu denken ze dat ik dood ben. Haha… Maar daarom laat ik nog af en toe van me horen! Zo was ik onlangs nog bij Podium Witteman om het over de liederen van Schubert te hebben. Dat zijn dus niet altijd liederen van Schubert, soms zijn de teksten van Goethe of van iemand anders. Het is echt zo dat sommige artiesten niet eens weten van wie de tekst is die ze staan te zingen. Laat staan dat het publiek het weet. Alsof die teksten zomaar ontstaan of aan een boom groeien. Dat is erg.’

Bejaardenwoning

De Wijs staat op om een boek uit zijn kast te pakken. Duizenden boeken heeft hij in zijn werkkamer in een royaal appartement aan het IJ in Amsterdam. ‘Sommige kennissen noemen dit een bejaardenwoning’, zegt hij. ‘Maar mijn vrouw Elleke en ik wonen hier met veel plezier. We konden hier een dubbel appartement krijgen. Dat hadden we wel nodig voor al die spullen.’ Hij wijst naar de kast waar tientallen heiligenbeelden op staan. ‘In de andere kamers staan er eens zoveel!’ knikt hij. ‘Die beelden zijn een overblijfsel van mijn rooms-katholieke jeugd.’

Zure zult van Lejeune

De Wijs groeide op in Tilburg in een gezin met vijf kinderen, van wie hij de oudste was. Tot zijn achttiende woonde hij er. ‘Maar ik heb mijn zachte G niet verloochend. Want je gaat natuurlijk heel regelmatig terug zolang je ouders er wonen’, zegt tekstdichter De Wijs. ‘En ik had een uitgebreide roomse familie; zo’n 36 ooms en tantes. Die zijn nu allemaal dood. Maar nu heb ik andere redenen om terug te gaan naar Tilburg. Want ik ben bijvoorbeeld een enorme fan van het eten daar: de zure zult van Lejeune bijvoorbeeld. Dat is een geruchtmakende slager… En de Hasseltse Kapel: het mooiste plekje van de stad, waar je werkelijk helemaal tot inkeer en rust komt.’

Den edelen hertog

De tekstdichter gaat nu dus vooral terug naar zijn geboortestad uit nostalgische overwegingen, zoals hij ze noemt. ‘Zo staat het pand van het cateringbedrijf van mijn vader er nog. Zelfs de naam van het bedrijf staat nog op de gevel: Den edelen hertog. Mijn vader noemde zich traiteur, maar eigenlijk was hij een cateraar. Hij bracht het eten naar zijn klanten en kookte hele maaltijden voor ze. Zo verzorgde hij diners voor pastoors, kapelaans en fabrikanten.Tilburg werd in die jaren beheerst door schoorstenen en kerktorens, dus mijn vader deed goede zaken! En ook al was mijn vader een middenstander, hij was zeer begaan met Brabantia Nostra – een soort emancipatiebeweging in Brabant. Hij verkeerde ook in artistieke kringen. Hij was trouwens ook van mening dat koken een kunst was, maar dat terzijde. Maar de liefhebberij voor kunst en cultuur zat er bij ons thuis dus zeker al in.’ 

Wim Quint

Ook de liefde voor schrijven kreeg tekstdichter De Wijs van huis uit mee: ‘Mijn ouders schreven allebei vaak liedjes voor gelegenheden als communies en trouwerijen. En ook ik heb altijd geschreven en op de middelbare school trad ik al op. Daarbij heb ik de mazzel gehad dat ik een inspirerende leraar Nederlands heb gehad: meneer Fransen. Ik denk met genoegen aan hem terug. Daarnaast hadden mijn ouders een grote interesse in cabaret. Zo hadden we een redelijke verzameling cabaret-platen; die inspireerden mij zeer. Ik denk dat ik ze heb grijsgedraaid. En verder luisterde ik toen heel veel naar de radio, want televisie was er nog niet. Die radio was een constante liedjesdoos, daar gebeurde van alles: hoorspelen, het Cocktail Trio, de Wigwam met Wim Quint, kinderliedjes… Allemaal leuk! En er waren allerlei mensen die daarvoor schreven. Toen dacht ik al stiekem: dat wil ik ook wel!’

Babbels

En zo geschiedde. De Wijs ging teksten schrijven. En optreden. ‘Ja, dat zat er ook altijd al in… Daarom wilde ik vroeger ook al misdienaar worden, haha: ik sta graag op het podium. En kennelijk val ik op. Ook door het veel te doen, leer je steeds bij. Toen ik met mijn cabaretgroepje ging optreden, werd dat ook gelijk Kabaret Ivo de Wijs. Ik schreef de teksten en was het smoel naar buiten toe en deed de babbels. Ik wilde graag optreden. En nog af en toe. Ja, nu is dat natuurlijk allemaal minder door corona. Maar ik heb samen met Peter Nieuwint in het afgelopen jaar nog een paar coronavoorstellingen gedaan: eentje voor 22 man die allemaal op anderhalve meter afstand zaten. Nou, echt gezellig wou het niet worden… En ik heb in mijn eentje nog eens voor een uitverkochte zaal gestaan in Naarden-Vesting: er konden vier mensen in, haha!’

Olga Commandeur

De Wijs is ondanks zijn leeftijd nog lang niet van plan om te stoppen. ‘Nee, ik kan het toch niet bedwingen. De inspiratie blijft. Maar het wordt allemaal wat krakeriger en ik heb steeds meer moeite om mijn linker sok aan te trekken. Daarom doe ik elke dag mee met Olga Commandeur. En ik ga dagelijks even op de fiets naar de brievenbus om een ansichtkaart aan mijn twee kleinkinderen, Sam en Aiko, te posten. Die stuur ik elke dag een kaart nu ik ze door corona minder zie. Maar een beetje bewegen is goed voor me. Want ja, ik heb van alles gehad: vocht in mijn hart, longontsteking, darmkanker… maar dan opereren ze dat en dan gaat het weer over. Ik merk wel dat mijn teksten een stuk minder lichtzinnig zijn geworden naarmate ik ouder werd. Er zijn inmiddels toch veel dierbaren van me gestorven. Het gaat in mijn teksten dan ook meer over de grote thema’s: leven, dood, de zin van het bestaan.’  

Ballade

Heeft het ouder worden dan geen voordelen? ‘Ik vind er niet veel an…’, antwoordt tekstdichter De Wijs. ‘Nou ja, er zijn twee dingen die belangrijk zijn: vaste verkering en naar bed gaan zonder wekker, haha. Dat is een ballade hè?! De tekst gaat zo: eh…’ Voor het eerst deze ochtend is het even stil. ‘Ik weet het niet meer’, zegt hij terwijl hij opstaat en naar zijn computer loopt. ‘Ik zoek het even op. Het is nota bene een ballade van mij zelf. Ah… Hier is ‘ie: 

Men zegt het is een mooie levensfase. Bejaard zijn is een dagelijks festijn. Nou stik de moord maar met je holle frasen. Het sloopt je lijf, je toekomst en je brein. Natuurlijk heeft de dood ons straks te grazen. Maar het is tot de komst van Magere Hein. Nog alle dagen vrolijkheid geblazen. De tijd krijgt ons de eerste tijd niet klein. Er is nog bier, er is nog witte wijn. En gek is leuk, maar het kan altijd gekker. Wij vieren tot het eind van ons Latijn. Vaste verkering en naar bed gaan zonder wekker.’

Tekstdichter Ivo de Wijs werd in 1945 in Tilburg geboren. Hij studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1971 tot 1980 trad hij op met het Kabaret Ivo de Wijs en van 1997 tot 2002 bracht hij samen met Pieter Nieuwint het theaterprogramma Literair Variété. Tussen 1985 en 2005 presenteerde hij het radioprogramma Vroege Vogels. Daarnaast werkte hij mee aan tal van bijeenkomsten en aan allerlei radio- en televisieprogramma’s.

Hij schreef tijdens zijn carrière honderden teksten voor onder meer Paul de Leeuw, Youp van ’t Hek en Jenny Arean. Daarnaast verzorgde hij de liedteksten voor musicals als Pippi Langkous, Buurman & Buurman gaan verhuizen en Nijntje. Momenteel werkt hij aan de teksten voor een nieuwe musical over een jarige Nijntje. De Wijs publiceerde tal van boeken en kinderboeken. De Wijs ontving diverse onderscheidingen en prijzen.

Meer informatie: www.ivodewijs.nl