Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenArmoede van ouderen in Ethiopië
Armoede in Ethiopië

Armoede van ouderen in Ethiopië

Maandag 27 september 2021

‘Oud worden is geen zegen in Ethiopië’

Beshatu Shagulie

Veel ouderen in Afrika leven in armoede. Zo ook de Ethiopische weduwe Beshatu Shagulie. Ze heeft haar hele leven hard gewerkt. Nu is ze op en zorgt haar zoon voor haar. Als ouderdom in Ethiopië een last wordt, helpt een beetje Nederlandse hulp. Het hart van de nonnen breekt omdat ze niet méér kunnen doen.

image

Voor het huis zit ze op een stoel in de zon, de ogen gesloten. Daar heeft haar zoon haar vanochtend neergezet, om de kou uit haar botten te verdrijven. Hij weet hoe graag ze zich koestert in warmte en licht. Hij weet ook dat het regenseizoen is en dat het water straks weer met bakken uit de hemel valt. Beshatu Shagulie is een jaar of tachtig. Haar precieze leeftijd kent ze niet. Het lopen is ze ontwend sinds ze steeds weer valt. De groet van het bezoek ontgaat haar. Haar wereld wordt steeds kleiner sinds ze zo slecht hoort. Zuster Alganesh Assefa begroet haar nog eens, nu luider. Ze opent haar ogen. Ze opent ook haar mond, maar zegt aanvankelijk niks. Pas na een lange stilte spreekt ze, haar woorden komen van ver.

Keihard gewerkt

Zuster Assefa, moederoverste van de Dochters van Liefdadigheid in de Ethiopische plaats Dembi-Dollo kent deze vrouw al heel lang. Ze noemt haar ‘een doodgoeie vrouw die haar hele leven keihard heeft gewerkt’. Jong weduwe geworden. In haar eentje twee dochters en twee zonen grootgebracht. Nooit willen hertrouwen uit angst dat dit ten koste van de kinderen zou gaan. Ook nog eens jaren voor haar alleenstaande zieke buurvrouw gezorgd. En nu is ze aan het einde van haar krachten. Beshatu is een van de zestig ouderen in deze buitenwijk van Dembi-Dollo die van de zusters elke maand een piepkleine uitkering krijgen, met geld van de Nederlandse stichting Oud in Afrika. Zuster Assefa kent ze stuk voor stuk.

Grote armoede

Het zijn de armsten van de armsten, die zelf niet meer aan de kost kunnen komen. Meestal wonen ze in huis bij het gezin van een kind of kleinkind dat zelf vaak met een lege maag naar bed gaat. Een buurtcomité van ouderen heeft hen aangewezen als degenen die het hardste hulp nodig hebben. ‘Maar er verkeren hier zo veel meer oudere mensen in vergelijkbare situaties’, zegt zuster Assefa. ‘Mijn hart breekt omdat we niets voor hen kunnen doen.’ 

Schoenen

Die maandelijkse uitkering is toch al minimaal: krap drie euro, 140 birr in de plaatselijke munt. ‘Dat is bijna niks’, zegt zuster Assefa. ‘Door de inflatie kunnen ze daar steeds minder voor kopen. Misschien genoeg eten voor drie dagen. Maar ze hebben toch ook zeep nodig, een deken, één keer in het jaar een nieuwe natala.’ Zo heet het katoenen kleed waarmee een vrouw haar bovenlijf bedekt. En dan heeft ze het nog niet eens over schoenen. Terwijl schoenen in dit deel van Ethiopië van levensbelang zijn. Want de kleverige klei zit hier op veel plaatsen vol met het halfmetaal silicium. En wie daar jarenlang blootsvoets op loopt, krijgt podoconosis, een verwaarloosde tropische ziekte die arme mensen hier het leven zuur maakt. Voeten verworden tot misvormde klompen. Door opeenhoping van vocht zwellen de benen op tot olifantspoten. Elke stap voelt als een dolksteek. Lopen wordt langzaam maar zeker onmogelijk.

Nederlandse bisschoppen

In de gezondheidspost vlakbij wassen nonnen podoconosis-patiënten regelmatig met gekookt water en wrijven ze benen en voeten met helende olie in. Zo verzachten ze de pijn en verminderen op den duur de klachten die met het dragen van schoenen hadden kunnen worden voorkomen. Schoenen zijn voor veel mensen hier nog altijd onbetaalbaar. De missiezusters en de paters Lazaristen proberen de armoede in dit verwaarloosde deel van Ethiopië te bestrijden, met een scala aan projecten op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en voedselzekerheid. Voor een belangrijk deel zijn de projecten gefinancierd met geld uit Nederland. Dat heeft een historische reden. Een halve eeuw lang hadden Nederlanders in deze streek de kerkelijke leiding: bisschop Frans Janssen (1919-1972), bisschop Henricus Bomers (1977-1983), bisschop Leonardus Dobbelaar (1994-2008) en bisschop Theodorus van Ruijven (2009-2013). Nederlanders wisten dat hulpgeld hier goed besteed werd. In totaal kregen 2.350 Ethiopische ouderen in 31 projectgebieden, zoals deze buitenwijk van Dembi-Dollo, vorig jaar een steuntje in de rug.

Met acht in één huis

Beshatu Shagulie zit nog altijd onbeweeglijk op haar stoel. Schoondochter Marta verjaagt de vliegen op haar grijze haar. Marta komt uit het oosten van het land, meer dan duizend kilometer verderop. Daar ontmoette ze een zoon van Beshatu. Ze trouwden, kregen vier kinderen en hadden daar een lapje grond. Drie jaar geleden verhuisden ze omdat Beshatu zich niet meer in haar eentje kon redden. Ook Beshatu’s andere kinderen woonden ver weg. Iemand moest toch voor haar zorgen. Marta stemde in met die verhuizing. Kinderen hebben nu eenmaal plichten tegenover hun ouders. Eén voorwaarde stelde ze: dat haar vader van 76 ook meeging. Ze wilde hem niet alleen achterlaten. Nu wonen ze hier met zijn achten in één huis: zijn moeder, haar vader, zij, haar man en hun vier kinderen. Zij heeft een schoonmaakbaantje in een hotel. Ze verdient 500 birr, ruim tien euro, per maand. Hij loopt elke ochtend vroeg naar het stadscentrum in de hoop op los werk. Het is voor het huishouden maar goed dat ook haar vader die maandelijkse uitkering krijgt van krap drie euro, 140 birr.

Een zegen?

‘Het gaat zo regenen’, zegt Beshatu met een blik op de lucht. ‘Breng me maar naar binnen.’ Straks is onze ontmoeting ten einde voordat ze begon. Ik aarzel omdat ik bang ben dat het ongepast is. Toch vraag ik: ‘Vindt u ouderdom een zegen of een last?’ Voor het eerst kijkt ze me aan. ‘Mijn kleinkinderen zien opgroeien is een zegen. Maar verder? Als je met alles geholpen moet worden, zelf niks meer kunt; als je niet eens meer op bezoek kunt gaan en je altijd maar moet wachten tot iemand jou bezoekt. En als je zoon en zijn vrouw hun handen vol aan je hebben, terwijl ze het al zo zwaar hebben. Dan heb je het punt wel bereikt waarop de ouderdom geen zegen meer is. Ik voeg me naar de wil van God, hoe ondoorgrondelijk die ook is.’ 

Stichting Oud in Afrika helpt 2.350 Ethiopische arme ouderen aan een maandelijkse uitkering van bijna 3 euro. Het is een schijntje dat net het verschil maakt, maar dringend verhoogd moet worden, zodra daar geld voor is. Oud in Afrika werkt sinds 2014 samen met KBO-Brabant. Gun een leeftijdsgenoot een menswaardige oude dag door maandelijks een bedrag over te maken via een automatische overschrijving naar bankrekeningnummer NL05RABO0116716185 van Oud in Afrika. U kunt ook eenmalig een bedrag storten. Klik hier voor meer informatie.