Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenTon Verlind schrijft boek over journalistiek
Boek Ton Verlind

Ton Verlind schrijft boek over journalistiek

Maandag 25 oktober 2021

‘Journalistiek moet bijdragen aan even-wicht in de samenleving’

Ton Verlind

De journalistiek kan een slangenkuil zijn: journalisten proberen elkaar af te troeven, omroepen strijden fel om zendtijd. Toch heeft Ton Verlind (71) het al vijftig jaar zeer naar z’n zin in de journalistiek, omdat goede verslaggeving kan bijdragen aan een betere samenleving. Verlind beschreef zijn loopbaan in het pas verschenen boek ‘Een schitterende slangenkuil’.

image

Hij begon te schrijven voor zijn kinderen, maar toen collega’s uit de journalistiek het lazen, zeiden ze: ‘Dit stuk moderne geschiedschrijving verdient een breder publiek.’ En zo ligt er nu Een schitterende slangenkuil, een boek over het leven en de journalistieke loopbaan van Ton Verlind. Verlind is vooral bekend als presentator van Brandpunt, het actualiteitenprogramma van de KRO dat tot 1995 op tv was.

Wegkijkers

Verlind wil met het boek niet alleen zijn eigen verhaal vertellen, maar ook laten zien hoe de samenleving zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. ‘De verwachtingen waren hoog in de jaren zestig: alles zou beter gaan, we zouden afstand nemen van de autoritaire bestuurscultuur, de hele maatschappij zou beter worden. En nu moeten we concluderen dat die hoge verwachtingen niet waargemaakt zijn. Er is geen dossier of je kunt er “crisis” voor zetten: crisis in de politiek, in het klimaat, op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, in de zorg. Het verbaast me dat we dat hebben laten gebeuren. We hebben ingewikkelde problemen onder het tapijt geschoven en dat doen we nóg. Wij Nederlanders zijn wegkijkers. We hadden toch zo genoeg van het leiderschap van Rutte een paar maanden geleden? En zie nu: hij is populairder dan ooit.’

Opwaardering van ouderen

Tot zover de sombere analyse op samenlevingsniveau. Bij individuele mensen heeft Verlind in zijn carrière juist ontzettend veel betrokkenheid gezien. Vandaar dat de boodschap van zijn boek óók is: die babyboomers zijn echt niet allemaal egoïsten. ‘Waar je in omringende landen als oudere vaak wordt gewaardeerd om je kennis en ervaring, ben je in Nederland vanaf je vijftigste een mastodont die anderen alleen maar tot last is. Dat de babyboomgeneratie van alles de schuld krijgt en dat er rond ouderen een sfeer van negativisme hangt, daar word ik doodziek van. Egocentrisme is er, maar dat kun je niet toeschrijven aan een hele generatie. We hebben ook een verhaal te vertellen over onze ervaringen en de lessen die je daaruit kunt leren. Vandaar dat ik met mijn boek ook opwaardering van onze generatie nastreef.’

Vergeten

Verlind praat graag over zijn Brandpunt-tijd, die toch wel de meeste charme had, ziet hij achteraf. Zijn boek staat vol met anekdotes vanachter de schermen uit die jaren, soms ontluisterend, soms hilarisch. Van een dronken minister in een live-uitzending tot een jonge verslaggever die voor nachtelijk onderzoekswerk op pad werd gestuurd en vervolgens een week lang werd vergeten, tot hij zelf opbelde en in alle bescheidenheid vroeg wanneer hij weer naar huis mocht.

IJdeltuiten

Als Verlind niet was gevraagd voor tv, was hij misschien altijd wel voor de krant of de radio blijven werken. ‘Ik had die advertentie voor een Brandpunt-redacteur gezien. Ik werkte in die tijd als politiek verslaggever voor AKTUA van de TROS-radio en zat veel in Den Haag. Tv leek me maar niks. Bij de radio werkte je met een kleine club mensen, die niet van die ijdeltuiten waren als bij tv.’ Maar goed, een béétje ijdeltuit bleek hij zelf toch wel te zijn, want toen eindredacteur Ad Langebent hem vroeg te solliciteren, deed hij het. ‘Aanvankelijk viel het me tegen. Ik was van plan na een jaartje weer naar de radio te gaan. Maar aan het eind van dat jaar vond ik het ontzettend leuk. Tv was een medium met power, het had status. Je wás wat als je op tv kwam. Nu worden stenen naar tv-journalisten gegooid, toen werd tv gezien als een medium dat naast de mensen stond. De KRO had daarbij ook nog eens een goede naam.’

Verlind pleit voor rentmeesterschap

Je kunt op twee manieren journalistiek bedrijven, zegt Verlind. Als waarnemer die buiten de gebeurtenissen staat en alleen maar registreert en doorgeeft, óf als onderdeel van de samenleving, vanuit de wens bij te dragen aan die samenleving. ‘Ik heb voor de tweede aanvliegroute gekozen. Dat paste ook goed bij de KRO, een geëngageerde omroep die een opvatting had over hoe de samenleving het best kon functioneren. De KRO stond voor een samenleving waarin bezit eerlijker werd verdeeld en niet alles gericht was op het economisch nut voor een kleine groep. Bij die opvatting voel ik me thuis. Ik vind dat journalistiek moet bijdragen aan evenwicht in de samenleving. In Bijbelse termen: rentmeesterschap. Beheer dat wat je hebt op een zodanige manier dat iedereen er wat aan heeft.’

Achteraan aansluiten

‘Waar we zéker betekenis mee hebben gehad is het programma Brandpunt in de markt. Daar zijn we mee begonnen in de crisis van de jaren tachtig. We hadden elke week voor de fabriekspoorten de massa’s ontslagenen kunnen filmen, maar we kozen ervoor om tegenwicht te bieden aan het doemdenken. We lieten zien wat mensen bedachten om problemen in de samenleving op te lossen. Dingen die wél goed gaan. Naar die programma’s is veel gekeken en achteraf is geconstateerd dat Brandpunt in de markt een positief effect had op het herstel van de economie. Daar zijn we zelfs voor onderscheiden.’ De tijd van Brandpunt en Brandpunt in de markt levert Verlind nog altijd veel gespreksstof op. En nog altijd herkennen mensen hem op straat van die programma’s – al gebeurt dat natuurlijk steeds minder. ‘Laatst nog stond iemand voor mij in de winkel. Hij draaide zich om en zei: “U bent Ton Verlind. Ik hoor het aan uw stem.” Dat is dan toch wel leuk.’ Dat er überhaupt weer mensen vóór hem staan in de winkel, is trouwens al winst. In de tijd dat hij wekelijks meerdere keren op tv was, genoot hij allerlei privileges. ‘Je wordt in de winkel meteen geholpen, de gemeente is vriendelijker als je belt. Handig, maar ook een beetje gênant. Het voelt beter om weer achteraan in de rij aan te sluiten.’

Verlind ziet meer eenheidsworst

In de laatste jaren van zijn carrière zag Verlind de omroepwereld steeds meer eenheidsworst worden. ‘Er was best iets voor te zeggen om Nederland 1, 2 en 3 elk een eigen kleur te geven, maar de gedwongen samenwerking tussen omroepen is verkeerd geweest. De kijker kan nu niet zeggen waar KRO-NCRV voor staat en waarin dat verschilt met AVRO-TROS. De verschillen tussen omroepen zijn steeds kleiner geworden. Het idee achter ons omroepbestel was ooit dat de verschillende opvattingen in de samenleving elk hun eigen geluid zouden krijgen op tv. Dat is niet meer zo. Zelfs nieuwe omroepen die aanvankelijk met een nieuw geluid komen – denk aan PowNed, wat je er verder ook van vindt – gaan zich al snel aanpassen aan de andere. Anders krijgen ze zendtijd op onmogelijke tijden. Het omroepbestel is stuk gemaakt. Niet met een expliciet besluit, maar gaandeweg, met de ene na de andere reorganisatie.’

Controlesamenleving

Ook in coronatijd ziet Verlind dat terug. ‘Er is kritiek mogelijk op het coronabeleid, maar alleen binnen een bepaalde bandbreedte. Als je daarbuiten valt, word je uitgesloten – en dan heb ik het echt niet alleen over wappies en complotdenkers. De groep die wordt buitengesloten, is groter dan journalisten zich realiseren. Juist daardoor zien veel mensen journalistiek en politiek als twee handen op één buik. De journalistiek is te weinig kritisch op zichzelf en op de politiek. Achtereenvolgende kabinetten hebben ervoor gezorgd dat we tussen de jaren zeventig en nu zijn veranderd van een samenleving met veel onderlinge samenhang tot een controlesamenleving, waarin iedere burger een potentiële fraudeur is. Het is begrijpelijk dat mensen zich daartegen verzetten, óók tegen de journalistiek die daar naar hun idee niet kritisch genoeg over is.’

Brabantse wortels

Om te laten zien hoe het wél moet, grijpt Verlind graag terug op zijn Brabantse wortels. ‘Ik ben al vijftig jaar weg uit Brabant, dus het zou pedant zijn als ik me nog altijd een Brabander zou noemen. Maar ik kom er graag, ook omdat Brabant naar mijn idee laat zien hoe je de samenleving ook kunt organiseren: met coöperaties voor zorg en energie, waarin burgers hun eigen maatschappelijke problemen oplossen. Mijn ouders, die beiden actief waren in de vakbeweging, hebben mij altijd voorgehouden: neem verantwoordelijkheid voor de problemen die je ziet. In Brabant zie ik dat nog altijd gebeuren. Dat is een van de redenen dat ik er nog steeds heel graag kom.’ 

Ton Verlind (Etten-Leur, 1950) was verslaggever, presentator en eindredacteur van het KRO-actualiteitenprogramma Brandpunt. Later was hij hoofd informatieve programma’s en mediadirecteur bij de KRO. Verlind schreef als vijftienjarige zijn eerste stukje voor de Bredase krant De Stem. Hij volgde bij die krant zijn vader op als verslaggever. Later werkte hij als radioverslaggever voor de TROS, waarna hij van 1979 tot 2008 bij de KRO ging werken. Sindsdien is hij zelfstandig strategisch en creatief adviseur. Op zijn 71e is hij nog steeds heel actief. ‘Ik kan niet stilzitten. Dat is misschien een afwijking.’

In Een schitterende slangenkuil, 50 jaar journalistiek beschrijft Ton Verlind zijn loopbaan bij krant, radio en vooral tv. Hij begon in 1965 als lokaal correspondenten van Dagblad De Stem in Breda en stopte in 2007 als mediadirecteur van de KRO. Met tal van verhalen over grote en kleine gebeurtenissen schetst hij een beeld van de ontwikkeling van journalistiek en maatschappij in die jaren. Klik hier voor meer informatie over het boek.