Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenOud in Ethiopië: een portret
Oud in Ethiopië

Oud in Ethiopië: een portret

Vrijdag 29 oktober 2021

‘Het leven voor ouderen in Ethiopië is zwaar’

Nurita Feysia

Nurita Feysia uit Ethiopië is bijna negentig jaar en lacht tegen de verdrukking in. Haar familie heeft het al zwaar genoeg. Ze is blij met de hulp van haar zoon en zakgeld uit Nederland.

image

Nurita Feysia weet nog dat haar moeder met haar op de rug het bos in vluchtte toen Italiaanse soldaten het dorp binnenvielen. In het struikgewas verscholen mocht ze onder geen beding huilen. Geen kik mocht ze geven. Haar moeders hand sloot als een bankschroef om haar mond. Dat was in 1936. Italië bezette een deel van Abessinië, zoals Ethiopië indertijd heette. Tot het land in 1941 tijdens de Tweede Wereldoorlog door Britse troepen werd bevrijd.

Keelgeluid

Nurita herinnert zich ook nog dat de vrouw van keizer Haile Selassie overleed. Dat was in 1962. Alle vrouwen moesten het onderste deel van hun gezicht bedekken als teken van rouw. Als er een kind werd geboren was het de gewoonte dat familieleden een hoog keelgeluid maakten, drie keer voor een meisje, vijf keer voor een jongen. Maar dat mocht tijdens die rouwperiode niet. Nurita Feyisa is daar nog altijd verontwaardigd over. ‘Ik kende die vrouw niet eens. Ik had haar nooit gezien. En dan mocht de komst van mijn dochter niet eens worden gevierd.’

Negentig in Ethiopië

Nurita gaat al heel lang mee, ze denkt wel bijna negentig jaar. Tergend traag beweegt ze terwijl ze steunt op haar stok. Ze oogt kwetsbaar, alsof ze bij de eerste vlaag wind in de wolken kan verdwijnen. Maar ze kijkt helder uit haar ogen. En ze heeft al haar tanden nog. Dat is hier in Ethiopië ongekend. Zelfs haar achterkleinkinderen hebben niet zo’n mooi gebit. ‘Ik kan zelfs nog noten eten’, zegt ze trots. ‘Het is een wonder. Een goedmakertje voor alle ellende die ik heb meegemaakt.’ Al die doden op haar levenspad. Dat is het nadeel van een goed geheugen, zegt ze. ‘Je herinnert je ook de vele mensen die je kwijt bent geraakt.’ Ze was nog geen tien jaar toen haar moeder overleed. Voor haar dertigste was ze weduwe. Van haar zes kinderen leven er nog vier. Maar ze mag niet klagen, zegt ze. Ze prijst zich gelukkig dat haar oudste zoon zich al jaren over haar ontfermt. Dat doet hij samen met zijn vrouw en hun drie volwassen kinderen die nog thuis wonen. De zeven andere kinderen vertrokken naar de stad. Twee hebben er gestudeerd. Aan de wand hangen hun portretten, met afstudeerhoed op.

Nieuwe jurk

De achterblijvers zorgen goed voor haar. Ze halen ‘s ochtends water bij de bron. Ze verzamelen brandhout, zodat ze ook in het regenseizoen geen kou lijdt. Ze wassen haar elke dag. Eén keer per jaar, meestal met kerstmis, krijgt ze een nieuwe jurk. Nee, ze heeft geen reden tot klagen, herhaalt ze. Of om rond te lopen met een triest gezicht. Daarom lacht ze voortdurend. Haar zoon, zijn vrouw en hun drie volwassen kinderen hebben het al zwaar genoeg. Ze wonen hier in het plattelandsdorp Addo, in een huis van hout, leem en stro. Het lijkt met vette modder tegen een groene heuvel te zijn geplakt. De grond is hier vruchtbaar genoeg om voor een rijke oogst aan gerst, haver, sorghum of maïs te zorgen. Als ze maar kwalitatief hoogwaardig zaad hadden, en niet alleen de inheemse soort die armzalig vrucht draagt. Als hun os maar niet was gestolen. Hoe ploegen ze nu hun land?

Voedsel

Haar zoon verhuurt zich als dagloner, maar hij loopt ook al tegen de zeventig, hij is ook de sterkste niet meer. Zijn vrouw heeft een handeltje in brandhout op de markt. De drie volwassen kinderen doen elke klus die in natura wordt betaald. Al het verdiende voedsel delen ze met haar. Veel heeft ze niet meer nodig. Ze lijkt bijna doorschijnend. Ze weegt vederlicht. Addo ligt 20 kilometer rijden over een zandweg vol kuilen van de stad Dembi-Dollo in het zuidwesten van het Afrikaanse land Ethiopië, dat bijna 30 keer zo groot als Nederland is. Het dorp is een van de 31 projectgebieden waar de Ethiopische katholieke kerk armlastige ouderen financieel steunt met geld van de Nederlandse stichting Oud in Afrika. In totaal 2.350 ouderen krijgen een uitkering van bijna 3 euro per maand, 140 birr in de plaatselijke munt. Om een idee te krijgen van wat dat bedrag ter plaatse betekent: het minimumdagloon in Ethiopië is 70 birr, 1,40 euro. Een gewone politieagent verdient 2.000 birr per maand, zo’n 40 euro. Een maandelijkse uitkering van 140 birr is minimaal, maar van betekenis. Vraag maar aan Nurita. ‘De maandelijkse zekerheid van een paar dagen eten. De luxe dat ik ook iets te delen heb.’

Armoede in Ethiopië

Ethiopië is zo’n rijk land, qua historie en cultuur. Met tachtig verschillende bevolkingsgroepen. Met een eigen schrift. Met een eigen religie: de Ethiopische Orthodoxe kerk. Met een eigen jaartelling. Met een eigen kalender die dertien maanden telt. Met een eigen, verfijnde keuken. Bakermat van koffie. Elke Ethiopiër zet betere koffie dan de welvarende Hollander met zijn pruttelapparaat. Maar Ethiopië is ook een van de armste landen ter wereld. De helft van de 110 miljoen inwoners leeft in armoede. Sociale voorzieningen zijn schaars. Uitkeringen kent het land niet. Ook wie oud en versleten is, heeft geen andere keus dan in zijn eigen levensonderhoud te voorzien.

Trek naar de stad

Van kinderen wordt wel verwacht dat ze hun ouders op hun oude dag helpen. De meesten doen ook hun uiterste best. Maar steeds meer kinderen trekken naar de stad in de hoop op een beter leven. Dat valt vaak vies tegen. Ze hebben zelf grote moeite om rond te komen en houden geen geld over om naar ouders te sturen. Ouders blijven alleen achter en zijn afhankelijk van kinderen en familieleden die niet wegtrekken. Voor die kinderen vormen ze een extra last. Veel ouderen, zoals Nurita, zijn zich daar pijnlijk van bewust. 

Bij KBO-Brabant werken we samen met de stichting Oud in Afrika, die senioren in Kenia en Ethiopië steunt met thuiszorg, staaroperaties en micropensioenen. Alle donaties zijn welkom en elke euro wordt doelgericht besteed. U kunt uw gift overmaken naar de stichting Oud in Afrika op rekeningnummer NL05RABO0116716185. U kunt ook maandelijks een bedrag overmaken met een automatische overschrijving. Kijk hier voor meer informatie.

Dick Wittenberg is schrijver/journalist en bestuurslid van de stichting Oud in Afrika. Hij maakte op eigen kosten een rondreis langs verschillende projectgebieden in Ethiopië.