Verklaring van erfrecht

Banken en andere instanties kunnen nabestaanden vragen om een verklaring van erfrecht. Wat houdt zo’n verklaring in en wanneer heeft u die nodig? En op welke manieren kunt u eigenlijk een erfenis aanvaarden? Oud-notaris Dré Teeuwen vertelt u van de hoed en de rand.

Een KBO-lid stelde de vraag wat een ‘verklaring van erfrecht’ is. Haar man overleed in 2011. Van de DSB Bank ontving zij bericht dat zij in aanmerking komt voor rentebetaling van een spaarrekening. Om deze uit te kunnen keren, verlangt de bank een verklaring van erfrecht. Zij vraagt zich af of een verklaring van een notaris echt noodzakelijk is.

‘In een verklaring van erfrecht is vastgelegd wie de erfgenamen zijn’, vertelt Dré Teeuwen. ‘De notaris die deze verklaring opstelt, kijkt om te beginnen in het centraal testamentregister of er een testament aanwezig is en zo ja, bij welke notaris.

Dit register is voor iedereen toegankelijk, maar de inhoud van het testament kan niet door iedereen ingezien worden. Heeft de notaris het testament nog niet in het bezit, dan kan hij of zij dit opvragen. Op basis daarvan kan de verklaring van erfrecht worden opgesteld. Die verklaring is belangrijk voor de bank, want die wil uiteraard aan de juiste mensen het geld uitkeren. Wordt er aan de verkeerde Persoon uitgekeerd, dan is de bank aansprakelijk.’

Er bestaat ook een verklaring van executele of afwikkelingsbewind. ‘Stel dat in een testament een executeur of afwikkelingsbewindvoerder benoemd is, dan kan een verklaring van executele of afwikkelingsbewind gemaakt worden. Dat verloopt wat sneller. Maar niet alle banken nemen daar genoegen mee.’

‘In een verklaring van erfrecht wordt ook opgenomen hoe de erfgenaam de nalatenschap heeft aanvaard. Een nalatenschap kan zuiver worden aanvaard of verworpen. Een derde optie is aanvaarden onder het zogeheten voorrecht van boedelbeschrijving. Dat betekent dat iemand niet aansprakelijk is met zijn privévermogen voor de schulden van de nalatenschap. Bent u er niet zeker van of er schulden zijn? Aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving.’