Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenLetty van der Geest: ‘Ik verwachtte álles van zo’n man’

Letty van der Geest: ‘Ik verwachtte álles van zo’n man’

Vrijdag 7 april 2023

Letty van der Geest was 43 toen ze voor het eerst leerde dat mannen níét de sleutel zijn naar een gelukkig leven. Dat ze relatieverslaafd was en moest afkicken. Dat het leven eigenlijk niet veel soeps is, maar zodra je dat accepteert, er juist veel mooie dingen te ontdekken zijn.

Ze leerde dit allemaal in een periode van twaalf jaar in de stoel bij Meneer Veltman, zoals ze haar inmiddels overleden psychiater met veel tederheid noemt. Hoewel ze eerst niet wilde horen wat hij te zeggen had, voelde Van der Geest zich wel meteen veilig bij hem. Hij was de eerste therapeut die haar echt begreep. Ook haar omgeving zou zijn ‘zinnetjes’ leren kennen, want die deelde ze maar al te graag. Hij deed nuchtere uitspraken als ‘Het gaat niet om u’ en ‘Het leven is niet veel soeps’. Inzichten die haar eerst gevloerd hebben en haar later juist de houvast gegeven hebben die ze zo hard nodig had. Die zinnetjes heeft ze nu in een boek verzameld, samen met haar verhaal.

Wie is Letty van der Geest?

Letty van der Geest is 74. Ze heeft een afwisselende carrière gehad met banen in de muziek, confectie, reclame en als productieleider en samensteller bij de publieke omroep. Nu is ze actief met schrijven op haar eigen website en op social media, volgt opleidingen bij het Hoger Onderwijs voor Ouderen aan de VU en laat haar boek Het leven is niet veel soeps naar het Engels vertalen. Ze is getrouwd met journalist en schrijver Ton Verlind en heeft twee kinderen uit een eerder huwelijk.

Ten einde raad

‘De eerste jaren zat ik bij mijn Meneer Veltman letterlijk met mijn handen over mijn oren. Ik wilde helemaal niet horen dat het leven niet veel soeps was en dat er geen ridder op het witte paard zou komen. Waarom ik dan toch bleef terugkomen bij Meneer Veltman? Ik heb zo lang geprobeerd om mijn leven op orde te krijgen. Dat lukte maar niet. Dus ik dacht: misschien moet ik toch maar aannemen wat hij zegt. Tegenstribbelend legde ik mijn lot in zijn handen. Ik moest leren niet naar mijn intuïtie te luisteren. Meneer Veltman werd mijn nieuwe kompas. Ik wilde van dat nare gevoel af, voelde me ontzettend slecht en ongelukkig. Ik wilde dat mijn leven eindelijk begon. En daardoor lukte het. Het duurde vele jaren, maar het lukte.’

Toen Van der Geest voor het eerst bij dokter Veltman kwam, was ze op een dieptepunt beland. ‘Samen met mijn twee kinderen woonde ik bij een man die mij niet meer wilde. De relatie was over en ik kon het niet accepteren. Bovendien had ik niet zo snel een ander huis gevonden. En dat werd nog lastiger toen ik ook nog eens mijn baan verloor en daarmee een vast inkomen en een plek om elke dag naar toe te gaan. Ik was ten einde raad. De sfeer in huis was vreselijk. Je mag er eigenlijk niet zijn, je bent te veel. Dat was voor mijn kinderen ook niet te doen. Ik vind het nog steeds heel erg dat ik ze dat heb aangedaan.’

Toch gedaan

‘Met mijn kinderen heb ik het nog wel eens over die moeilijke periode. Ik heb geleerd dat je dat ter sprake moet brengen, ook (of juist) als dat niet vanzelf gebeurt. Dan geef je namelijk je kinderen de gelegenheid om er iets over te zeggen, wat misschien niet zo leuk is. En ik heb er vooral ongelooflijk veel spijt van. Mijn moeder zeulde met ons, sprong in de houding als de man van dat moment dat verlangde en liet ons dan zitten. Dat wilde ik beslist mijn kinderen niet aandoen en dat heb ik toch gedaan. Erg hè?

Ik blijk het dus van geen vreemde te hebben. Mijn moeder zette mannen altijd op één. Ze had er gigantisch behoefte aan dat er van haar gehouden werd. Van mijn vader moest ze het niet hebben, dus zocht ze het buiten de deur. Ik ben eigenlijk het kind van de slager. Dat was tot mijn twintigste een groot geheim. Hij kwam elke woensdag langs, als mijn vader er niet was. Niet voor mij hoor, hij kwam vooral voor mijn moeder. Ik hield me dan maar zo stil mogelijk en zat lief te lachen in een hoekje. En toen ik vier was ging die relatie uit. Ik heb hem daarna nooit meer gezien.’

Nooit genoeg

‘Mijn moeder is al lang geleden overleden. Ze was altijd bezig met contactadvertenties in de krant en met huwelijksbureaus. Ze verlangde zo naar iemand die haar kwam redden. Iemand die nou eens een keertje aardig voor haar was en een beetje voor haar zorgde. Zo’n man is er nooit gekomen.’

Van der Geest leerde als kind dat geluk van een man moet komen. ‘Dat is nogal wat om bij een man neer te leggen. Daar heb ik veel werk aan gehad: ik moest onder ogen zien wat mijn eigen rol is geweest bij het kiezen van verkeerde mannen. Want ook ik heb heil gezocht bij een man waar ik het niet van moest hebben. Daar kon hij ook niets aan doen, ik heb gewoon verkeerd gekozen. Ik stopte daar dan al mijn liefde en aandacht in. Ik deed alles voor die man. En dan verwachtte ik ook alles terug. Maar dat ‘alles’ is natuurlijk nooit genoeg. En dan werd ik jaloers en boos en dat kon erg uit de hand lopen. Ik leerde dat dit relatieverslaving heet, of codepedentie. En daar moest ik dus van afkicken.’

Als kind leerde ik dat geluk van een man moet komen

Troost

Het belangrijkste dat ze bij Meneer Veltman heeft geleerd, is dat het gat uit haar jeugd niet meer wordt gevuld. ‘Ik heb een soort droombeeld van thuiskomen bij een moeder die de aardappelen schilt en die klaarzit met thee en een koekje, van samen spelletjes doen en zwemmen en naar het bos gaan, van een vader die me leert fietsen. Dat verlangen wordt nooit meer vervuld en dat zal pijnlijk blijven. Lange tijd wilde ik dat écht niet horen. Maar Meneer Veltman hield vol, hij bleef herhalen dat ik moest accepteren dat het nu eenmaal zo was. Uiteindelijk was dat een bevrijding, het biedt troost. Want nu hoef ik niet meer te zoeken naar iets om dat gat mee te vullen, zoals bijvoorbeeld een man. Het was echt niet makkelijk om dat los te laten, ik ben daar zo lang zo druk mee geweest. Maar nu kan ik al die tijd en energie steken in andere dingen.’

Is Letty van der Geest bang dat de geschiedenis zich blijft herhalen? ‘Mijn kinderen en ik praten overal over. Ik wil natuurlijk niet dat zij ook weer dezelfde fouten maken die mijn moeder en ik hebben gemaakt. Zij zijn gelukkig al een stuk verder dan ik. In het verleden heb ik wel eens iets tegen ze gezegd, als ik vond dat ze te lang in een relatie bleven die niet goed was. Iedereen om mij heen zei: je moet je nooit bemoeien met de relaties van je kinderen. Maar ik dacht: dat zal allemaal wel, ik doe het toch. Ik heb in ieder geval gezegd wat ik zag gebeuren en hoe je daar volgens mij naar moet kijken. En daar hebben ze dan toch wel wat aan gehad.’

Redding

Inmiddels is Van der Geest alweer 23 jaar gelukkig getrouwd met oudtelevisiepresentator Ton Verlind. Voor hem was het even wennen aan deze kijk op het leven. ‘Hij is heel ongecompliceerd. Hij vond het wel interessant wat ik vertelde, maar wilde het verder niet oplossen, wat andere mensen wel vaak willen. In het begin vond ik dat heel moeilijk: hij zit al zo goed in elkaar, ik had er geen werk aan. Ik was gewend om hard te werken in een relatie. Dat voelde een beetje leeg. Gelukkig werd ik gecoacht door Meneer Veltman. Ik kreeg een heel lijstje met wat ik allemaal niet mocht doen. Ik mocht mijn partner niet lastigvallen met mijn sores, hij had daar niks mee te maken. Ik mocht hem niet om oplossingen vragen en ik mocht hem ook geen tips en adviezen geven. Hij was voor mij extra en ik ook voor hem, niet meer en niet minder. En dat is de redding geweest. Daarom zijn we nog altijd samen.’

Bodemloze put

‘Ondanks de vele positieve reacties op het boek, denk ik nooit: wat goed, nu kan ik achterover hangen. Met referenties in het boek zoals die van Dirk De Wachter en Jim van Os is er wel een beginnetje van erkenning. Maar er is altijd nog wel iemand waar ik graag een reactie van wil, wat dan niet komt. Dit is voor mij een bekend patroon, toch erkenning blijven zoeken. Het klinkt hebberig, maar het voelt voor mij juist als verlies. Ik ben een bodemloze put.

Nu ik ouder word – 1 maart ben ik 74 geworden – vind ik niet dat het leven er vanzelf leuker op wordt. Veel mensen worden ziek of gaan dood. Ik merk dat ik daarom veel tijd steek in het ontmoeten van nieuwe mensen, jonge mensen. Via social media reageer ik veel op berichten die ik interessant vind. En als het dan met iemand klikt, drinken we een keertje koffie. Daar komen de leukste gesprekken uit voort. Ik wil vooral niet inkakken, wil veel dingen blijven doen. Ik kom ook veel mensen tegen bij het uitlaten van onze hond Suzie, een witte Zwitserse herder. Dat is meteen mijn tip aan iedereen: neem in godsnaam een hond. Je kan je liefde kwijt en je komt altijd mensen tegen.’

Aardig voor elkaar

‘Wat ik echt zorgelijk vind, is dat de ene crisis na de andere erbij komt. Wordt er ook eens iets opgelost? Mijn kinderen kunnen niet eens een gezinswoning kopen of huren, terwijl ze beiden fatsoenlijke banen hebben. Dat is toch te gek?

Ik denk dat we mensen meer hun gang moeten laten gaan. Wat ik merk omdat ik veel op social media zit: onderaan in de maatschappij willen mensen elkaar helpen. Hogerop zijn er honderden regels en kaders en moet je al een cursus doen als je wilt voorlezen in de bibliotheek. Maar als je van mens tot mens gaat kijken, dan staan we voor elkaar klaar. Op een oproepje op Facebook heb je zo dertig reacties van “Ik wil wel helpen”. Mensen zijn eigenlijk heel aardig voor elkaar.’

ONS Magazine mag 3 exemplaren weggeven van Het leven is niet veel soeps. Wilt u in aanmerking komen voor een gratis exemplaar? Dan kunt u mailen naar redactie@onsmagazine.nl of een kaart sturen naar ONS Magazine, Postbus 3240, 5203 DE ’s-Hertogenbosch o.v.v. Het leven is niet veel soeps

Beeld: Werry Crone