
Hoe om te gaan met het gat in de zorg?
Vraag zorg vroeg aan
Door de afschaffing van verzorgingshuizen moeten veel mensen langer thuis blijven wonen. Ook als dat bijna niet meer kan. Voormalig rechter Bert van ’t Laar legt uit welke rechten u heeft en hoe u kunt omgaan met het gat in de zorg.
‘Ik hielp laatst een echtpaar waarvan de vrouw niet meer goed voor zichzelf kon zorgen. Haar echtgenoot moest haar daardoor veel helpen, maar kon dat eigenlijk niet meer. Toch kon deze vrouw geen beroep doen op de Wet langdurige zorg (Wlz), omdat ze niet aan de harde voorwaarden voor toelating voldeed. Bezwaar maken had dus ook geen zin. Dit is een typisch voorbeeld van het gat dat in de zorg is ontstaan door de afschaffing van de verzorgingstehuizen. Het idee daarachter is dat mensen zoveel mogelijk thuis zorg moeten krijgen, omdat dat fijner is voor de cliënt en goedkoper voor het land. Het is een begrijpelijke doelstelling, maar in de praktijk leidt het soms tot vervelende situaties.’
‘Mensen die veel zorg nodig hebben, hebben vaak ook huishoudelijke hulp nodig. De zorg regel je via je zorgverzekeraar, de huishoudelijk hulp via de Wmo bij de gemeente. Allebei die partijen hebben een financieel belang om niet te veel zorg te bieden. En beide hebben nogal eens de neiging om te zeggen: nu is het genoeg. Maar dat mogen ze helemaal niet, u heeft recht op die zorg.’ ‘Mijn advies is om in dit soort situaties altijd een Wmo-cliëntondersteuner in te schakelen. Die heeft doorgaans veel ervaring met vergelijkbare zaken. En die heeft ook wat emotionele afstand, wat kan helpen in de gesprekken met verzekeraars en gemeenten. Omdat de wachtlijsten lang zijn, is het ook slim om al vroeg een aanvraag in te dienen. In de meeste gemeenten moet u weken wachten voor u een indicatie krijgt en daarna duurt het soms maanden voor u de zorg krijgt waar u recht op heeft. Als u hier al vroeg mee bezig bent, heeft u op tijd zorg of kunt u misschien op tijd iets anders regelen.’
Tekst: Mirjam Streefkerk | Beeld: Shutterstock