Ga door naar hoofdcontent
ArtikelenPensioenrechtszaak tegen de Nederlandse Staat
rechtszaak pensioenen

Pensioenrechtszaak tegen de Nederlandse Staat

Donderdag 1 oktober 2020

‘Het risico voor pensioenen ligt bij deelnemers’

Veel Nederlandse gepensioneerden zijn er jarenlang van uitgegaan dat ze zeker konden zijn van hun pensioen. Toch zijn veel pensioenen de laatste jaren niet met de prijzen in de winkel meegestegen en soms zelfs gekort. Dat strookt niet met Europese wetgeving, vinden KBO-Brabant en de Stichting PensioenBehoud.

image

De rechtszaak die KBO-Brabant en de Stichting PensioenBehoud eind vorig jaar hebben aangespannen tegen de Nederlandse Staat, wordt gesteund door diverse verenigingen van gepensioneerden en individuele gepensioneerden. De zaak wordt gevoerd door Koen Vermeulen van GMW Advocaten en Hans van Meerten, hoogleraar en advocaat.

Premieregeling

Van Meerten legt uit waar de procedure om draait. ‘Veel pensioenfondsen hebben een zogeheten uitkeringsregeling – in jargon: een DB-regeling. Daarbij wordt een bepaalde uitkering toegezegd. Een kleiner aantal pensioenfondsen heeft een premieregeling – ook wel DC-regeling. Daarbij wordt alleen vastgelegd hoeveel premie deelnemers inleggen en is de uitkering een stuk minder zeker. In de praktijk zien we de laatste jaren dat de uitkeringsregelingen in feite premieregelingen zijn: de hoogte van de pensioenen blijkt helemaal niet gegarandeerd. Ze zijn al jaren niet geïndexeerd en soms zelfs gekort. In sommige reglementen van pensioenfondsen wordt zelfs een maximum gesteld aan de premie die werkgevers betalen. Dat is echt een kenmerk van een premieregeling.’

Knollen voor citroenen

In de praktijk worden de risico’s van het huidige pensioenstelsel allemaal bij de deelnemers gelegd, stelt Van Meerten. ‘De meesten pensioenregelingen gaan uit van een uitkering die zo’n 70 procent van het gemiddelde loon is. Als het niet lukt om dat uit te keren – om allerlei redenen, maar ook vanwege de hoge buffers die pensioenfondsen moeten aanhouden – wordt de deelnemer gekort. En daarmee heb je dus in feite een premieregeling met een onzekere uitkering. De Nederlandse gepensioneerden krijgen met andere woorden soms knollen voor citroenen.’ De Nederlandse regels zijn geen goede omzetting van de Europese richtlijnen, stelt Van Meerten, die behalve advocaat ook hoogleraar Europees pensioenrecht is aan de Universiteit Utrecht. ‘In de Europese richtlijnen voor pensioenfondsen staan eisen die aan uitkeringsregelingen en premieregelingen worden gesteld. De Europese eisen voor uitkeringsovereenkomsten worden in Nederland van toepassing verklaard op feitelijke premieovereenkomsten. Dat is niet juist, zo is de inzet van de procedure.’

Europese bescherming

Europees recht gaat vóór Nederlands recht en dus gaat Nederland z’n boekje te buiten. ‘We proberen een heel technische discussie voor de rechter te voorkomen. In feite komt het hierop neer: Nederland voldoet niet aan het Europese recht.’ Er wordt soms heel wat gemopperd op ‘Europa’, maar met de Europese pensioenwetgeving moeten we zonder meer blij zijn, vindt Van Meerten. ‘Europa beschermt de eigendomsrechten van de Nederlandse pensioendeelnemers. Het beeld dat “Europa” er met onze pensioenen vandoor zou gaan, is absoluut onterecht. Gelukkig zien ook steeds meer gepensioneerden en verenigingen van gepensioneerden dat in.

Akkoord

Het kabinet en de vakbonden sloten vorig jaar een akkoord over een nieuw pensioenstelsel. Daarin is afgesproken dat in de (nabije) toekomst iedereen een premieregeling krijgt, omdat een regeling met een gegarandeerde uitkering op termijn niet te betalen is. Wat betekent dat voor de rechtszaak van KBO-Brabant en de Stichting PensioenBehoud? ‘Vooralsnog niet veel, want het duurt nog jaren voor dat nieuwe stelsel ingaat’, zegt Van Meerten. ‘Het goede nieuws is wel dat het nieuwe stelsel met zijn premieregelingen uitgaat van kleinere buffers bij de pensioenfondsen. De Staat kan in deze rechtszaak dus niet beweren dat het noodzakelijk is dat de fondsen die enorme buffers aanhouden bij regelingen die in de praktijk premieregelingen zijn. Buffers kunnen in theorie dus worden ingezet om de huidige pensioenen te indexeren en te verhogen, maar of dat gaat gebeuren is zeer onzeker.’ De rechtszaak heeft, mede door de coronacrisis, nogal wat vertraging opgelopen. Het is niet bekend wanneer de eerste zitting plaatsvindt; Van Meerten hoopt nog dit jaar.

Prof. dr. mr. Hans van Meerten is advocaat in Den Haag en daarnaast bijzonder hoogleraar Europees pensioenrecht aan de Universiteit Utrecht. Hij plaatst de pensioenproblematiek niet alleen in rechtszaken in de Europese context, maar ook in wetenschappelijke artikelen. Van Meerten is ook adviseur bij consultancybureau Westenbrink.

Meer informatie over de rechtszaak pensioenen van KBO-Brabant en Stichting PensioenBehoud vindt u hier.